Geloof het of niet: Feng Shui

Feng Shui is als een religie. Je gelooft er in of niet. En als je er in gelooft werkt het waarschijnlijk voor je. Net als met de meeste religies zitten er een hoop elementen in Feng Shui waar ik mij in kan vinden. Dat is met de bijbel het geval, met de Koran ongetwijfeld ook (al heb ik die nog niet bestudeerd) en zo ook met Feng Shui. Dat is na een beknopte studie van deze eeuwenoude leer althans de conclusie van een, ik geef toe, nogal nuchter persoon als ik zelf.

Veel principes uit de Feng Shui zijn feitelijk geformuleerde regels voor dat wat prettig voelt. Bijvoorbeeld: zorg dat je bed altijd met het hoofdeinde naar een muur staat. Dat is inderdaad iets wat de meeste mensen als vanzelf doen. Voelt veiliger waarschijnlijk. Alhoewel mijn dochters bed ook zo staat opgesteld slaapt ze nu al geruime tijd andersom, met het hoofd aan het voeteneind. Als iets mij doet twijfelen aan Feng Shui is het wel het gedrag van kinderen.

Hetzelfde met een buro: zet je buro nooit zo neer dat je met je rug naar de deur zit. Dat zal in het oude China, waar ieder moment een krijger binnen kon komen stormen, ongetwijfeld van levensbelang zijn geweest. De vraag is of dat heden ten dage nog zo relevant is. Toevallig staat mijn eigen buro thuis met de rug naar de deur. Voelt prima. In een kantoorsituatie is dit natuurlijk anders: je wilt immers niet door je baas worden betrapt terwijl je net zit te patiencen..

Ook een leuke: je geslacht en geboortedatum bepaalt de optimale positie en richting van je bed. Dit is volgens Feng Shui van invloed op je gezondheid. Dat kan dus betekenen (de kans is zelfs vrij groot) dat je apart van je partner moet gaan slapen. In het oude China misschien heel gebruikelijk maar ik weet zeker dat ik daar niet gelukkiger van wordt..

Behalve met de woning zelf zijn er volgens de Feng Shui leer ook allerlei stedenbouwkundige regels: wonen in de buitenbocht van een weg of op een T-splitsing: niet doen want de energie botst dan rechtstreeks tegen je woning. Wonen in een doodlopende weg: niet doen want de energie stagneert. Gelukkig zijn er ook weer trucjes om dit soort problemen op te lossen of te verzachten.

Feng Shui wordt steeds meer toegepast in de ontwerpwereld. Er zijn steeds meer mensen die zich er mee bezig houden. Waarschijnlijk omdat er veel herkenbare elementen in zitten. Grote multinationals schakelen zelfs duurbetaalde Feng Shui deskundigen in om hun kantoren te laten (her)inrichten. Het lijkt er op dat hier hetzelfde aan de hand is als met het opvoeden van kinderen. We denken dat we het niet goed doen dus kopen we er een boek over. Terwijl het opvoeden van je kinderen bij uitstek iets is wat je op je gevoel kunt doen en zou moeten doen. Kinderen luisteren immers niet zo zeer, ze voelen.

Je begrijpt het al: er bestaan duizenden woningen in Nederland die niet aan de Feng Shui regels voldoen maar waar de mensen prima gelukkig zijn. Toepassen van Feng Shui is, kortom, geen voorwaarde en waarschijnlijk ook geen garantie op geluk, een fijne woning of een goed stedenbouwkundig plan. Er is ook geen wetenschappelijke onderbouwing voor. Het is, kortom, een geloof.

Ik probeer zelf vooral af te gaan op mijn gevoel (ander woord voor boerenverstand) bij het ontwerpen. En niet het toepassen van eeuwenoude regels. Ontwerpen vanuit je gevoel levert ruimte op die beweegt. Is dat niet de ultieme vorm van Feng Shui?