Voor vrijwel alles in Nederland bestaan landelijke of gemeentelijke normen behalve voor bomen. Bomen delven dan ook vaak het onderspit tijdens de planontwikkeling.
Je kent ze vast wel: de prachtige goed bedoelde plannen voor een nieuwe uitbreidingswijk met een overweldigende hoeveelheid ingetekend groen. Een veelbelovend beeld van een prachtige, groene buurt wordt geschetst. Iedereen is enthousiast. Groen licht wordt gegeven.
De makelaars zijn de eerste die het beeld overnemen: ‘wonen in het groen’ of ‘Boswijk’ zijn de beeldende kreten en oneliners waarmee nieuwe bewoners moeten worden overgehaald tot aankoop.
Maar dan volgt de uitwerkingsfase. De gemeentelijke afdelingen komen aan tafel: politie- en hulpdiensten vindt dat de bochtstralen te krap zijn, de afdeling openbare werken claimt meer ruimte voor de ondergrondse infrastructuur, de politiek besluit dat er toch ondergrondse afvalcontainers moeten komen, de afdeling beheer wil de bomen verder van de erfgrenzen om mogelijke toekomstige klachten van bewoners te voorkomen en de afdeling verkeer eist bredere wegen omwille van de verkeersveiligheid en wil extra parkeerplaatsen.
Dan blijkt als klap op de vuurpijl dat de projectontwikkelaar het financiële plaatje niet helemaal rond krijgt gebreid: er moeten nog een aantal extra woningen bij. Je raadt het al: er is te weinig ruimte om alle belangen te dienen. Aan de kavels wordt in dit stadium niet meer geknabbeld. Die zijn al bijna verkocht. Er zit niets anders op dan het maar in de openbare ruimte op te lossen.
En dan gebeurd er iets geks: alle afdelingen zwaaien met hun handboeken, normen, eisen, richtlijnen ten teken dat aan hun eisen absoluut niet kan worden getornd. Veiligheid is een dankbaar gebruikt argument waar een fatsoenlijk mens niet aan durft te knabbelen. En zonder de juiste hoeveelheid parkeerplaatsen kan een wijk toch niet functioneren? De afdeling groen doet nog wel haar best met het argument dat bomen gezond zijn enzo maar het is duidelijk: de bomen delven het onderspit. De parkeerplaatsen gaan voor. Met de tendens van steeds toenemend autobezit belooft dit weinig goeds..
En dat terwijl er legio goede argumenten te bedenken zijn: onderzoek heeft aangetoond dat mensen in een groene omgeving zich gelukkiger voelen. Amerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen die opgroeien in een groene wijk beter in staat zijn risico’s in te schatten. Groen in de wijk vermindert het aantal astma- en luchtweg patiënten, bomen filteren fijnstof uit de lucht. Bomen leveren schaduw en houden vocht vast waarmee ze letterlijk de stad koelen. Dat vermindert de koellast. En dan heb ik het nog niet eens over de beleving van een net opgeleverde wijk met te weinig bomen ter dikte van een toiletrolletje.
Het is duidelijk. Iedereeen is zich bewust van het belang van openbaar groen in de wijk. Maar het is zo zacht. Het is niet technisch aantoonbaar. Er is geen norm of regel waar we ons op kunnen beroepen. Dat is blijkbaar nodig in ons land om iets voor elkaar te krijgen in het proces van planontwikkeling. Ik ben geen voorstander van normen en regels maar in dit geval kan het geen kwaad voor bomen een norm in te stellen. Zullen we zeggen: één boom per parkeerplaats?